In het jaar 1800 was de markt van Arnhem een bruisend centrum van handel en sociale interactie. Arnhem, als een belangrijke stad in het hertogdom Gelre en later onderdeel van de Bataafse Republiek, had een markt die een cruciale rol speelde in de regionale economie.

Ligging en Opzet

De markt vond plaats op de Grote Markt, gelegen in het hart van de stad bij de Sint-Eusebiuskerk. Dit was al eeuwenlang de plek waar handelaren, boeren en ambachtslieden samenkwamen om hun goederen te verkopen. De markt was niet alleen een plaats voor handel, maar ook een sociaal middelpunt waar stadsbewoners nieuws uitwisselden en officiële aankondigingen werden gedaan.

Handel en Goederen

Op de markt werden diverse producten verhandeld, waaronder:

• Levensmiddelen: Verse groenten, fruit, brood, vlees, zuivel en vis (veelal afkomstig uit de Rijn).
• Ambachtelijke producten: Textiel, leerwaren, aardewerk en ijzerwaren.
• Koloniale goederen: Koffie, thee, suiker en specerijen, afkomstig uit Nederlands-Indië en andere handelsposten van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), die nog maar net was opgeheven (1799).
• Veemarkt: Regelmatig werden er koeien, schapen en paarden verhandeld, die essentieel waren voor de landbouw en transport.

Marktdagen en Regels

De markt vond meestal plaats op vaste dagen in de week, vaak op woensdag en zaterdag. De handel werd gereguleerd door de stadsbestuurders, die toezicht hielden op de prijzen, maten en gewichten om fraude te voorkomen. Stadswachters en gilden speelden een rol bij het handhaven van orde en eerlijkheid.

Economische en Politieke Invloeden

Rond 1800 bevond Nederland zich in de overgang van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden naar de Bataafse Republiek (1795-1806). Dit had invloed op de handel in Arnhem. De Franse overheersing en de Napoleontische oorlogen zorgden voor economische onzekerheid, terwijl handelsroutes veranderden en importproducten schaars werden. Toch bleef de markt een essentiële levensader voor de lokale bevolking.